Deel 105: ’Tot mijn schaamte moet ik bekennen: Noah is ons vaak de baas’

20-02-2024 17:10

 

 

Auteur: MARITH IEDEMA - https://www.telegraaf.nl

 

 

Column.

 
 
 
Journalist en auteur Marith Iedema schrijft over liefde, seks en relaties. Het leven lacht haar toe, tot ze te horen krijgt dat ze borstkanker heeft. Voor VROUW doet ze verslag van wat ze meemaakt. Marith woont samen met geliefde Duncan en zoontje Noah (3) in Amsterdam.
 
 
 
 
’Noah is ons vaak de baas.’
’Noah is ons vaak de baas.’

EIGEN BEELD.

 
 
 
 
 
 
 
Een Nederlands jongetje pakt een van Noahs treinen van onze tafel. Hij lacht er lief bij. Oeh. Ik hou mijn adem in. Ik zie Noahs gezicht betrekken.
 
 
,,Jullie kunnen sámen spelen,” probeert Duncan tegen beter weten in.

Drie, twee, één, tel ik inwendig af. En ja hoor, Noah krijgt een freak out. Hij begint te brullen en gillen. Duncan tilt hem op en sist in mijn richting: ,,Ik zei toch dat we beter thuis konden blijven”.

 

,,Ja leuk. Nóg een hele dag binnen puzzelen,” snauw ik.

 

Mijn ouders zijn mee naar Bali. We eten geregeld met z’n allen en ze passen vaak op Noah. De afwisseling is hemels. We genieten van de tijd met ons kind, van het spelen, het zwemmen én van de relaxte momenten met z’n tweeën. Maar nu maken mijn ouders een fietstocht over het eiland. Wij zijn al zes dagen alleen met onze zoon in Canggu.

 

Droomkind:

Noah kan een droomkind zijn: behulpzaam, lief, grappig en aanhalig. Maar hij is ook extreem koppig, driftig en bijdehand (Duncan laat geen kans onbenut om me in te wrijven dat dit míjn genen zijn). In dwarse periodes is hij moeilijk bij te sturen. Hij bepaalt zélf wel wat hij doet. Hij mag dan drie zijn, tot mijn schaamte moet ik bekennen: hij is ons vaak de baas. De afgelopen week zitten we in zo’n negatieve vibe.

 

,,Hoe kunnen we zó falen? Wat doen wij verkeerd?” vroeg Duncan gister wanhopig, na een dag vol strijd.

 

Ik sluit mijn ogen, probeer het geschreeuw niet te horen. Besef hoe gezegend je bent. Wees dankbaar. Je lééft. En het is een enorm privilege om tijd met je familie door te brengen in een ver, warm oord, terwijl het in Nederland stormt en regent. Het is een privilege om überhaupt een kind te hebben. Dit is een fase, en elke fase gaat weer voorbij.

 

Ik kijk naar Duncan. Hij ziet eruit zoals ik me voel: oververhit en gestrest. ,,Leuk hè, vakantie,” zeg ik dan grijnzend. Hij kijkt eerst boos, maar dan breekt er gelukkig een klein lachje door.

 

,,Kijk, jij mag met zíjn trein spelen,” zegt de moeder van het jongetje, die met een tweede kind op haar arm onze kant op loopt. Ze komt naast ons zitten en overhandigt Noah een gouden locomotief die hij mokkend aanneemt. Hij droogt zijn krokodillentranen. Ik kan haar wel zoenen.

 

Even later spelen de jongetjes zowaar sámen. Duncan en ik kunnen ons geluk niet op en bestellen snel koffie. Een minuut later vliegt de gouden trein door de lucht. Noah is op oorlogspad, zie ik aan zijn gezicht. Ik glimlach verontschuldigend. ,,Oeps…”

 

,,Hij heeft last van de hitte,” verklaart Duncan gegeneerd.

 

Ja, ja, typisch zo’n enig kind, zie ik de vrouw denken.

 

Ik raap de trein op en waarschuw Noah: ,,nog één keer en we gaan”. Noah kijkt me uitdagend aan en smijt de trein opnieuw weg.

 

De ober komt net aangelopen met onze cappuccino’s, die we helaas niet zullen opdrinken.

 

,,Rekening,” zeg ik tegen Duncan en ik til mijn spartelende, gillende kind naar de uitgang - langs alle harmonieuze gezinnen die in alle rust genieten van hun ontbijt. Veroordelende blikken priemen in mijn rug.

 

Zes uur later:

Duncan en ik liggen samen op een tweepersoons strandbedje. We nippen van een cocktail en krijgen een voetmassage. De zon zakt langzaam in de zee, de horizon kleurt dieporanje.

 

,,Nu zijn we hét tropische vakantiecliché,” zucht ik intens tevreden.

 

Duncan knikt instemmend. Mijn ouders kwamen vanmiddag terug en gunden ons direct een date night. Halleluja.

 

,,Hebben jullie kinderen?” vraagt mijn masseuse.

 

We knikken. Ze wil een foto van Noah zien.

 

,,Aaah, blonde hair!” roept ze opgetogen.

 

,,Only one? No! You need more!”

 

Duncans glimlach is al even gemaakt als de mijne. We zeggen niks. Ik sluit mijn ogen, in de hoop het gesprek te beëindigen.

 

,,Why not more?” houdt de vrouw vol.

 

Op de meeste dagen is deze vraag pijnlijk, want kanker gooide roet in het eten. Maar vandaag is niet zo’n dag. We antwoorden in koor: ,,Eén kind is meer dan genoeg”.

 

 

Bron: www.telegraaf.nl