Liefdevol afscheid nemen van een afgezet lichaamsdeel | column Vak K.

09-08-2023 17:52

 

 

Auteur: Erna Straatsma - noordhollandsdagblad.nl

 

 

Foto Hielco Kuipers.

 

 

 

 

 

 

Demontage van lichaamsdelen, dat kan je leven verlengen. Maar het is ook een langzaam stervensproces.

 

Je bent blij met de verwijdering van kanker. Het moet weg. Het maakt je kapot. Het doodt je.

 

Bij borstkanker verlies je een deel van je borst, of wordt het een amputatie van het lichaamsdeel waarmee je een baby hebt gevoed.

 

Bij botkanker raak je een deel van je been kwijt, een schouder of arm. Lichaamsdelen waarmee je voluit kon sporten.

 

Dat de kanker uit je lichaam is, stemt je rustig. Natuurlijk. De angst wordt minder. Je bent ’schoon’, zeggen sommigen, al is dat een vreemde constatering. Je was niet ’vies’ met een tumor in je lijf. Welnee. Je bent niet ’vies’ met uitzaaiingen in je lichaam. Hou op met het woord ’schoon’.

 

Het is goed mogelijk dat een of twee kankercellen nog ergens rondwaren, als je denkt ’schoon’ te zijn. Die cellen kunnen zich vermenigvuldigen.

 

Het lichaamsdeel dat de chirurg wegsnijdt, wil je niet vergeten. Als een waardevol deel van je leven dat vroegtijdig ten onder gaat. Ik gun zo’n deel een liefdevolle begrafenis.

 

Bij het plan voor een amputatie van mijn linkerborst, jaren geleden, zat ik in met de bestemming van het af te zetten lichaamsdeel. Dat zou toch niet in een afvalcontainer van het ziekenhuis belanden? Dat wilde ik niet. Dat vond ik een abject idee. Ik wilde mijn eigendomsrecht ter sprake te brengen in het ziekenhuis, maar een week na de aankondiging van de amputatie was dat plan van de baan. Een kleinere operatie was mogelijk. Kwartpunt borst weg, de plastisch chirurg maakte van het resterende weefsel weer iets toonbaars. Erg veel weefsel hoefde niet in de afvalbak. Dat weefsel eiste ik niet op.

 

Jarenlang koesterde ik twee stukken bot uit mijn linkervoet, die door botinfectie los waren geraakt toen ik kind was. Helaas raakte ik die onderdelen kwijt tijdens een verhuizing.

 

Bij mijn hersenoperatie dacht ik weer aan de afvalcontainer van het ziekenhuis. Niet dat daar veel in verdween, de paar centimeter die de neurochirurg wegsneed, gingen eerst voor weefselonderzoek naar de patholoog-anatoom. Ik gaf daarnaast schriftelijk toestemming voor wetenschappelijk onderzoek. Prima. Netjes dat ze mijn toestemming daarvoor vroegen. Het is ook goed om bij amputaties met een patiënt te praten over de eindbestemming van een afgezet been, arm of ander lichaamsdeel. Dat dat niet per se zomaar in een afvalcontainer belandt. Dat je op gepaste wijze afscheid kunt nemen van een deel van jezelf. Een bijzonder deel van je lichaam.

 

 

 

Verslaggeefster Erna Straatsma (1963), werkzaam bij deze krant, heeft uitgezaaide borstkanker. Ze vertelt over haar leven als patiënte in het kankercircuit, ofwel Vak K.