Op zoek naar de perfecte dosis medicijn bij kanker.

15-02-2024 17:51

 

 

 

 

 

 

Patiënten met longkanker, eierstokkanker of borstkanker krijgen in veel gevallen het antikankergeneesmiddel carboplatine. Maar hoe krijgt de patiënt de perfecte dosering? Apotheker Mart Kicken doet onderzoek naar het bepalen daarvan. “Doseren van carboplatine is nu vaak niet optimaal. Dat kan resulteren in meer bijwerkingen of een gebrek aan effectiviteit. In de ideale wereld krijgt iedere patiënt een dosis op maat. Die wil ik bepalen aan de hand van het zeer nauwkeurig schatten van de lichaamssamenstelling.” Daarvoor ontving Kicken een bijdrage van 20.143 euro van het Catharina Onderzoeksfonds.

 

Kankerpatiënten die behandeld worden met het geneesmiddel carboplatine krijgen nu een hoeveelheid toegediend aan de hand van een formule die voor iedereen hetzelfde is. “Gewicht, leeftijd en geslacht vul je in en dan komt er een dosering uit”, schetst Kicken. “Alleen is deze formule erg algemeen. Die houdt geen rekening met de specifieke lichaamssamenstelling van een patiënt.  Zo vullen we één getal in voor gewicht. Maar bij de ene persoon bestaat dat gewicht uit meer spier- of vetweefsel dan bij de andere. Ik ben er dan ook van overtuigd dat het nauwkeuriger kan, want de lichaamssamenstelling heeft veel effect op de werking van het medicijn.”

 

Om de juiste dosering te bepalen, is het van groot belang om de nierfunctie van de patiënt te bepalen. De nieren zuiveren het lichaam van carboplatine. “Het is dus belangrijk om te weten hoe snel de nieren dat doen. Zuiveren ze carboplatine snel uit het lichaam, dan moet een hogere dosering gegeven worden.  Werken ze wat trager, dan heb je minder medicijn nodig”, zegt Kicken.

 

 

Spiermassa van groot belang:

Uit eerdere studies blijkt dat de spiermassa van een mens nauw verband houdt met het functioneren van de nieren en daarmee dus ook met de afbraak van carboplatine. “De afbraak van carboplatine is nagenoeg lineair verbonden met de nierfunctie.  En doordat je met een CT-scan de spiermassa heel nauwkeurig kunt bepalen, kan je met deze gegevens ook iemands nierfunctie heel precies inschatten.”

 

“Het zou prachtig zijn als het lukt om een formule te ontwikkelen die op individuele basis een dosering voorschrijft én een die je gedurende de behandeling kunt aanpassen aan de hand van nieuwe CT-scans”, zegt Kicken. “De lichaamssamenstelling van een patiënt kan in die periode namelijk snel veranderen. Zo zien we vaak dat patiënten met kanker veel spiermassa verliezen door hun ziekte.”

 

Dat heeft dan weer effect op de nierfunctie. “En dan moet de dosering worden aangepast. In het geval van het verlies van spiermassa zal de patiënt een lagere dosering moeten krijgen. Dat gebeurt nu nog niet. Tegelijkertijd weten we uit literatuuronderzoek dat er bij mensen met weinig spiermassa, of juist met overgewicht, vaak een overschatting van de dosering carboplatine wordt gedaan. Dat kan weer leiden tot extra bijwerkingen.”

 

 

Bloedanalyses:

Kicken voert zijn onderzoek uit samen met collega’s in het Amphia Ziekenhuis in Breda. Ook is er een samenwerking met het Radboudumc in Nijmegen. In beide ziekenhuizen worden twintig patiënten gezocht die mee willen werken: “Simpel gezegd kijken we bij veertig patiënten die carboplatine toegediend krijgen hoe snel het medicijn wordt afgebroken. Dat doen we door in de vijf uur na de toediening vijf keer bloed af te nemen en precies te analyseren hoeveel carboplatine op elk tijdstip in het bloed zit.”

 

Deze gegevens over hoeveel carboplatine exact wordt afgebroken in het lichaam, samen met de data uit de CT-scan, zijn de basis voor een nieuwe, meer gepersonaliseerde formule: “Alleen als je op individueel niveau kunt doseren, kun je patiënten zo veilig en effectief mogelijk behandelen. De technieken om dat te doen zijn er al, dus hoog tijd om die in de praktijk te gaan gebruiken.”

 

 

 

Mart Kicken.

 

 

 

 

Bron: www.catharinaziekenhuis.nl